[Moet] [ik] [dit] [nu] [doen]?
Deze vraag heeft alle belangrijke elementen in zich die bepalend zijn bij het prioriteren van werk. Je kunt de vraag op 5 verschillende manieren lezen. Door elke keer het accent van de vraag op één van de woorden in de zin te leggen, stel je jezelf steeds een andere vraag. Beantwoord je de eerste of volgende vraag met nee, dan hoef je de overige vragen niet meer te beantwoorden en kun je het verzoek of de actie naast je neerleggen.
MOET ik dit nu doen? Bepalen van de belangrijkheid en noodzaak. Is er een need-to-do of een nice-to-do? Moet jij die taak of actie wel uitvoeren? Uit automatisme zeggen we vaak ten onrechte ‘ja’ tegen taken.
Moet IK dit nu doen? Bepalen of actie van jezelf nodig is. Ben jij de beste persoon om dit te doen of kun je de taak of actie delegeren aan iemand anders? De manier bij uitstek om tijd te winnen is dingen wel te doen, maar niet zelf.
Moet ik DIT nu doen? Is dit hetgeen er moet gebeuren of is er wellicht een beter alternatief?
Moet ik dit NU doen? Bepalen van de urgentie. Kan het wachten? Veel zaken lijken dringender dan ze in werkelijkheid zijn en hier valt veel winst te behalen. Stem de verwachtingen goed af.
Moet ik dit nu DOEN? Moet er überhaupt iets gedaan worden? Of denk je dat alleen.
Veel succes!